Het levenswerk van Leeuwenburg Decorum
Het echtpaar Leeuwenburg van Leeuwenburg Decorum in Noordwijk neemt de bloemsierkunst letterlijk. In stijlkamers tonen Wim en Irma Leeuwenburg de laatste trends op het gebied van woninginrichting met de bloem als dienstbaar middelpunt. Achttien jaar geleden begon Wim met een bloemenstalletje in Wassenaar. Nu voorziet hij Huis ter Duin van het wekelijkse groen en tuigt hij congressen op. Eén etmaal van het echtpaar is een 36-urige werkweek voor een ander. De bloemenbranche heeft te maken met enorme concurrentie. Door te differentiëren laveert Leeuwenburg tussen de obstakels door.
Bloemen zijn business, dat is zeker. Maar je moet er wel véél voor over hebben. Wie zijn oor te luister legt in de bedrijfstak van de bollen en de bloemen hoort geen opgewekte berichten. De sector kan ‘het bosje bloemen’ nog ternauwernood produceren. Grootwinkelbedrijven azen op hun handel , personeel is nauwelijks te vinden, de concurrentie is moordend en de werktijden zijn grenzeloos. Wim Leeuwenburg staat iedere dag om 04.00 uur op de veiling voor de inkoop. Zijn vrouw Irma doet tot ver in de avond de administratie en werkt ideeën uit voor nieuw bloemwerk. Eén dag in het leven van het echtpaar is een 36-urige werkweek. “Toen ik Wim leerde kennen”, vertelt Irma, “werkte hij nóg harder. Hij stond van 03.00 uur tot 06.00 uur op de groothandelsmarkt in Rotterdam. Daarna racete hij naar Wassenaar om zijn winkel te openen.”
Vroeg opstaan was Wim gewend, als zoon van een bloemencommissionair. Zijn vader had samen met een compagnon een commissiehandel in Aalsmeer en het Westland. Begin jaren tachtig raakte hij zijn grootste klant kwijt en moesten er medewerkers afvloeien. “Ik had niet veel zin om onder die omstandigheden èn als zoontje van de baas bij mijn vader te gaan werken”, vertelt Wim. “Hij heeft me toen geholpen een eigen zaak te openen. In Wassenaar opende ik een bloemstalletje aan een drukke rotonde. Ik verkocht er ‘drie bossen voor een tientje’. Dat stalletje werd al snel een trailer van zeven meter lang. Ik opende ook winkels in Wassenaar en Voorschoten.”
Het roer om
Toen Irma haar echtgenoot leerde kennen, stelde zij voor om iets aan die lange werktijden te doen door niet meer uitsluitend voor de particuliere markt te werken. “Wim zat op een doorstartpunt. Door mijn werk, ik was ondermeer verzekeringsinspecteur, kwam ik bij veel bedrijven over de vloer. Het was mij opgevallen dat er maar weinig aan relatie-bloemwerk werd gedaan. Wim leverde wel wat aan ondernemingen maar niet veel. Ik stelde Wim voor zich op de zakelijke markt te richten, de zaken in Wassenaar en Voorschoten te sluiten en te stoppen met de groothandelsmarkt. Zo zouden we de werktijden binnen de perken kunnen houden.” Wim voelde ook voor het idee en begon samen met Irma in de garage van zijn ouders aan de nieuwe bedrijfsactiviteit. Het echtpaar richtte de pijlen exclusief op de zakelijke markt. Alleen de bloemenstal in Wassenaar hielden zij. “Die heeft emotionele waarde voor mij”, zegt Wim.
Echt veel rust kregen Wim en Irma niet. Hun nieuwe zaak bleek een succes en al na twee jaar verhuisden zij naar een bollenschuur in het centrum van Noordwijk Binnen. “Het bedrijf liep als een speer”, vat Irma samen. “We verzorgden heel veel evenementen-bloemwerk voor congressen, jubilea en andere bijzondere gebeurtenissen in het bedrijfsleven. In 1992 organiseerden wij voor het eerst een kerstshow, van oktober tot en met december. Daarna ging het helemaal hard. In januari kwamen de mensen vragen: waar is jullie winkel? Een jaar later openden wij Leeuwenburg Bloemsierkunst in Noordwijk aan Zee.”
Wim en Irma Leeuwenburg bedienden nu de zakelijke en ook weer de particuliere markt. De beide activiteiten groeiden echter zo snel dat spoedig nog meer ruimte gewenst was. In oktober 1998 kocht Leeuwenburg een voormalig tuincentrum in Noordwijk aan Zee en vestigde er Leeuwenburg Decorum en Leeuwenburg Bloemsierkunst. Met deze ruime huisvesting lijkt voorlopig een einde te zijn gekomen aan de verhuisperikelen. Irma: “We zijn heel hard gegroeid, nu moeten we stabiliseren.”
Een nieuwe zaak
In het onderkomen aan de Van Panhuysstraat presenteert Leeuwenburg haar bloemen op een bijzondere manier. Dat gebeurt in diverse stijlkamers, elk is anders van kleur en sfeer. “Wij zetten de bloemen en planten niet zomaar neer”, legt Irma uit. “We bouwen een kamer en laten zien wat je met bloemen kunt doen en welke accessoires een opstelling verfraaien. Welke items maken een huis gezellig? Alle accessoires die deel maken van het arrangement — tafel, gordijn, kaarsenstandaard, enzovoort — zijn te koop.” Irma voelt zich als een vis in het water. “Ik houd ervan om interieurs in te richten. Bloemen zijn een heel goed onderdeel. We bouwen een sfeer, met bloemen en accessoires. We creëren een plaatje waarvan men zegt: dat wil ik precies zo thuis neerzetten.” Trends ontwikkelen Wim en Irma zelf en met de creatieve inbreng van het hele team van tien medewerkers. Inspiratie doen zij onder meer op bij bloemenvakbeurzen in Parijs, Brussel en Frankfurt. “Ik kijk ook goed om mij heen”, vertelt Irma, “en loop regelmatig bij anderen binnen. Maar we zijn nog steeds uniek.”
Werken tot middernacht
Het echtpaar heeft de rollen verdeeld. Hoewel het niet de bedoeling was dat Irma fulltime in de zaak zou werken, is het hier wel op uitgedraaid. En hoewel het roer in de jaren tachtig om ging om het rustiger te krijgen, heeft het tweetal het alleen maar drukker gekregen. Het beleid stippelen zij samen uit; Irma doet de financieel-economische invulling en werkt creatieve ideeën uit, Wim houdt zich bezig met de inkoop. Nog steeds staat hij iedere ochtend om 04.00 uur op de veiling. En als hij daar niet te vinden is, bouwt hij een congres op dat om 09.00 uur opent. “Soms duurt een congres maar enkele uren en ben ik om 12.00 uur weer paraat om alles op te halen”, zegt hij. “Doordat we moeilijk personeel kunnen vinden, ben ik ook vaak rond middernacht nog bezig. Ik werk in een leuke branche maar veel langer kan dat natuurlijk niet duren. Dat houdt niemand vol.” Het echtpaar heeft gelukkig – zo zeggen ze zelf – een eigen werkritme. “Als het kan, ga ik vroeg slapen”, zegt Wim. “Gelukkig is Irma een avondmens. Zij doet ’s avonds de boekhouding, maakt schetsen en zet werk uit. We zijn een ideale combinatie. Als we elkaar niet hadden gevonden, was dit bedrijf er niet geweest!”
Het einde van de branche
Wim en Irma hebben drie jonge kinderen. ‘We zullen ze zeker niet pushen om bij ons in de zaak te komen”, zegt Wim beslist. “Het bloemenvak gaat een hele moeilijke tijd tegemoet. Voor het samenstellen van bloemwerk mogen wij geen uurprijs rekenen, zoals hoveniers en stylisten dat wel mogen doen. En door de extreme werktijden wil niemand meer in de branche werken. Er gaat zóveel vooraf aan het bosje bloemen dat uiteindelijk in de winkel staat”. In het buitenland beloont men die moeite en betaalt men tachtig gulden voor een bos bloemen. In Nederland is dat ondenkbaar. Wim: “Hier wil men niet meer betalen dan een tientje en de bloemen moeten een week staan. Maar de werkelijke prijs van een bos bloemen ligt veel hoger.” Veel bloemisten eten volgens Wim en Irma daarom letterlijk droog brood. Zelfs in de Bollenstreek, hart van bloemend Nederland, sluit de ene na de andere bloemist de deuren. De werktijden zijn te lang, er is geen personeel te krijgen en de onderlinge concurrentie is enorm. Nog te veel bloemisten brengen de gemaakte kosten niet tot uiting in de prijs van de bloemen.
Differentiatie
Omhoog met de prijzen – dat is het enige antwoord dat de bloemenbranche nog geven kan. “Wij hebben met een aantal bedrijven afgesproken dat een boeket ongeveer 35 gulden kost. Veel mensen vinden dat te duur, wij vinden het niet meer dan redelijk.” Wim en Irma hebben zelf nòg een antwoord geformuleerd op de problemen in de branche. Het heet differentiatie. Irma: “Bloemen blijven ons vak maar in de toekomst gaan we ons nog meer richten op de binnenhuisarchitectuur. Accessoires en decoraties zullen een grotere rol gaan spelen.”
Op de vraag of het echtpaar privé over andere zaken dan de eigen praat, antwoorden Irma en Wim ontkennend. “Soms gaan we een weekend weg en praten we toch weer over nieuwe trends en items. We proberen het niet te doen maar het gebeurt altijd weer. Onze zaak is wat je noemt een levenstaak. Dat komt ook door hoe wij werken. We willen steeds vernieuwend zijn.”
(Eerder gepubliceerd in FamilieBedrijf, 2001)
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!